Kenniskring Welzijn Nieuwe Stijl

Samen ervaren dat collectief werken loont

De Kenniskring Welzijn Nieuwe Stijl rond associate lector Dirk Postma ontwikkelt “Opbouwwerk 2.0”. Niet meer voor de bewoners, maar met de bewoners zet zij horizontale samenwerkingsverbanden op. Gezamenlijk eigenaarschap is het uitgangspunt. Wat er per locatie uitkomt, staat niet op voorhand vast. Maar wat Postma betreft moet de optelsom van vernieuwingen wel “impact realiseren”.

De kenniskring van NHL Hogeschool en Stenden is vanuit Werkplaats Sociaal Domein Friesland actief in de gemeenten Achtkarspelen, De Fryske Marren, Weststellingwerf en Leeuwarden. In Buitenpost werken docenten en studenten met actieve bewoners aan nieuwe netwerken. In de Fryske Marren zetten zij samen met de gemeente nieuwe vormen van samenwerken op. In de Friese hoofdstad verrijzen sociaal labs waarin de kenniskring samenwerkt met Amaryllis.

Minder interveniëren. “Veel persoonlijke problemen zijn niet oplosbaar, maar in een gezin of op wijkniveau wel leefbaar te houden”, aldus Postma. “Wij kijken hoe we het aantal professionele interventies kunnen terugbrengen door een beroep te doen op de in de wijk aanwezige krachten. Het mooiste is om in netwerken te investeren voordat er problemen zijn. Dan vinden mensen elkaar makkelijker. Als er zich dan iets voordoet, kun je terugvallen op wat is opgebouwd.” De kenniskring onderzoekt hoe de netwerkvorming kan worden gestimuleerd. Zodra een sociaal netwerk een beetje bestendig is, trekken de professionals zich terug.

Sterke netwerken in de wijken


Leeuwarden is voor de sociale labs wat Postma betreft een uitdagende stad. Uit de statistieken blijkt dat het armoedevraagstuk er groot is, maar de problemen die je daarbij zou verwachten zijn beperkt. Dit duidt erop dat er op wijkniveau sterke netwerken actief zijn, aldus Postma. Heechterp-Schieringen – al jaren hoog in de landelijke top-10 van armste wijken – is daarvan volgens hem een goed voorbeeld.

Inclusieve netwerken. In deze wijken komt een aantal ontwikkelingen samen die ze volgens Postma bijzonder interessant maken voor de kenniskring. “De bestaande netwerken worden kwetsbaar, onder meer door vergrijzing. Tegelijkertijd zijn ze vaak wel heel erg uitsluitend. Ze gaan uit van ‘traditionele burgerparticipatie’, zoals wijkpanels en andere representatieve vormen van inspraak. Hun legitimiteit wordt steeds vaker ter discussie gesteld. Er ontstaan andere initiatieven en nieuwe vormen van burgerparticipatie. Vaak lichter georganiseerd. Wij zoeken bewust de wrijving tussen die twee op. Bijvoorbeeld om ze samen te laten uitzoeken hoe ze elkaar kunnen versterken om tot inclusieve in plaats van exclusieve netwerken te komen.

Lotgenoot of maatje. Illustratief voor deze ontwikkeling, is de organisatie van de schuldhulpverlening. Werd die voorheen vooral georganiseerd vanuit professionele instellingen, tegenwoordig zijn in Leeuwarden ook zelfhulpgroepen als ‘De kunst van het rondkomen’ en ‘Leeuwarden Unlimited’ actief, die spreekuren organiseren en wijkvaluta introduceren als alternatief voor de bestaande economie. Traditionele netwerken vinden het veelal lastig om daarmee om te gaan. Zij zijn gewend te reageren op wat anderen doen, de nieuwe bewegingen hebben hun eigen agenda.”

Wat zijn de succesfactoren


De kunst is om deze mensen toch bij elkaar te brengen en ze uit te nodigen om samen uit te zoeken wat de succesfactoren zijn in hun aanpak en wat ze van elkaar kunnen leren. De kenniskring ondersteunt deze zoektocht met methoden als community mapping [link met ander artikel]. Hiermee brengen lokale gemeenschappen letterlijk de potentie van de buurt of wijk in kaart. De kenniskring verzamelt en analyseert gaande dit proces data voor wetenschappelijk onderzoek. Maar wel met de bedoeling de resultaten uiteindelijk zo te structureren dat vooral professionals en bewoners er iets mee kunnen.

Vastleggen. De werkwijze moet niet alleen nieuwe netwerken opleveren, maar ook “nieuwe perspectieven voor professionals”, aldus Postma. “We leggen wat we doen vast in documenten, zodat het beklijft en herhaald kan worden op andere plekken. Zo werken we bijvoorbeeld aan een factsheet over community mapping.”

Uit onderzoek van de werkplaats naar invoering van Welzijn Nieuwe Stijl kwam onder meer naar voren dat veel wijkteams het nog moeilijk vinden om proactief de wijk in te gaan. Terwijl dit wel een van de acht bakens is van Welzijn Nieuwe Stijl. Welzijnswerkers zouden burgers moeten helpen hun persoonlijke zorgen en dromen in collectieve uitdagingen te vertalen en mogelijkheden te onderzoeken.

Loslaten. Eén van de dingen die ze volgens Postma tegenhoudt, is dat ze het lastig vinden om te bepalen waar en wanneer ze moeten handelen en waar ze meer moeten loslaten of uitsluitend faciliteren. Juist omdat ze met kwetsbare groepen werken, zijn ze snel geneigd initiatieven over te nemen in plaats van wijken in staat te stellen hun eigen vangnet te organiseren.

In de sociaal labs en andere nieuwe netwerken ontwikkelt de kenniskring hiervoor kennis op een wijze die ook als voorbeeld voor de nieuwe manier van werken kan dienen. De werkplaats is begeleider in een proces van co-creatie. “We werken ontwerpgericht. Naast rapporten, willen we ook werkvormen, een leerlijn samenlevingsopbouw en trainingen opleveren.

Stelling:

Wijkteams hebben het te druk omdat ze onvoldoende gebruik maken van collectief werken en informele netwerken

Deel je gedachten over deze stelling

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *


Delen: